Skip to main content

Matrix-kleurentherapie

Jaar 3

Het derde leerjaar

In het derde leerjaar wordt aan het inzicht gewerkt om een behandeling zo adequaat mogelijk te geven. Als verdieping van de lesstof worden de wondermeridianen behandeld. Door het inzicht in deze meridianen krijgt de lesstof tevens een afronding. Het zijn allesomvattende beelden uit de oudheid. Tevens worden de gewrichten en de pathologie van de gewrichten en de spieren behandeld in de lessen. Ook de inzichten vanuit de antroposofie komen in de opleiding uitgebreid aanbod. Zo kunnen de reguliere en complementaire kennis gekoppeld worden in deze opleiding.

Er wordt zoveel mogelijk met live-patiënten gewerkt om de praktijk zo goed mogelijk te integreren in de lesstof. In dit leer jaar wordt veel aandacht besteed aan de anamnese, onderzoek en behandeling.

Men krijgt zo een goed inzicht in het behandelen en de behandelmogelijkheden. De tijdsduur van een behandeling en de behandelfrequentie worden eigen gemaakt naar aanleiding van aandoeningen van de patiënt. De student leert in deze opleiding te werken met alle meridianen, verschillende massagetechnieken, kleuren, de antroposofie en reguliere behandelmethoden.

Het meridiaansysteem

Leerdoel algemeen:

De student kan vanuit de anatomie de meridianen en de wondermeridianen benoemen, de ligging aangeven en de functie ervan benoemen. De student kan vanuit klachten via de kleuren en de bijbehorende meridianen een behandeling uitvoeren. De student kan de wondermeridianen met kleuren en homeopathische middelen behandelen. De student weet hoe een litteken behandeling geven kan worden.

Theorie

De student weet wat de grondbeginselen zijn van de behandeling met wondermeridianen.
De student weet de verschillende kleuren van de wondermeridianen toe te passen in de praktijk.
De student leert het verloop, de ligging en de zones van de spiermeridianen, de aparte meridianen en de Luo-meridianen.
De student kent de kleuren en homeopathische middelen van de verschillende wondermeridianen meridianen
De student weet hoe lang en wanneer een litteken te behandelen.

Praktijk

De student kent de kleuren en homeopathische middelen van de verschillende wondermeridianen en kan deze behandelen bij een cliënt.
De student kan een litteken te behandelen en weet hoe lang en wanneer.

Module Bindweefselmassage

Leerdoel algemeen:

Een behandelplan opstellen en behandelbare en haalbare doelen stellen. Aan het einde van de cursus heeft de cursist voldoende inzicht om een behandeling te kunnen uitvoeren.

Theorie

De student kan de geleerde theorie vanuit het eerste leerjaar uitleggen en verwoorden.
De student maakt kennis met de meridianen en de wondermeridianen en kan hiermee rekening houden binnen de bindweefselmassage

Praktijk

De student kan de in het eerste leerjaar aangeleerde bindweefselmassage inzetten binnen de betreffende casussen op school als in de praktijk.
De student kent de loop en ligging van de meridianen en de wondermeridianen en kan hiermee rekening houden binnen de bindweefselmassage.

Antroposofische kennis

Leerdoelen:

De student heeft kennis van de negengeleding en de aarde ontwikkeling.
De student heeft inzicht in verschillende antroposofische massages en de werking op het menselijk lichaam. De student kan de antroposofische inzichten benoemen en toe passen in casussen.

Theorie

De student heeft kennis van de aarde ontwikkeling en de ik-ontwikkeling.
De student heeft een theoretisch inzicht in het negenledig mensbeeld, de mensheidsontwikkeling en de planetenzegels.
De student kan de antroposofische inzichten benoemen en toepassen in casussen.

Praktijk

De student weet de drie-en viergeleding toe te passen in de praktijk en heeft inzicht in de ik-ontwikkeling van de patiënt.

Kennis van de spieren

Leerdoel algemeen:

De student kan vanuit klachten en de pathologie aan de spieren een behandeling uitvoeren.

Theorie

De student heeft kennis van de pathologie aan de diverse spieren en spiergroepen.

Praktijk

De student kan aan de hand van de pathologie van de spieren een gerichte behandeling geven.

Kennis van de gewrichten

Algemeen leerdoel:

De student kan vanuit de anatomie gewrichten benoemen, de ligging aangeven en de functie van de gewrichten benoemen. De student kan vanuit klachten aan de gewrichten een behandeling uitvoeren.

Theorie

De student kan de kennis van de spieren en gewrichten koppelen aan een meridiaan en kan de klacht(en) behandelen.
Kennis van het actieve en passieve bewegingsonderzoek.
Onderzoek van gewrichten.

Praktijk

De student kan door passief of actief bewegingsonderzoek de aard van de klacht(en) herleiden
De student kan aan de hand van de gewrichtsklachten een gerichte behandeling uitvoeren

Kennis van de reflexologie

Algemeen leerdoel:

De student kan verbanden leggen tussen de verschillende reflexzones, de meridianen en de wondermeridianen. De student herkent de voedselintolerantie zones en de burn-out zones. De student herkent de reflexzones van de verschillende niveaus. De student kan deze reflexzones tasten en interpreteren.

Theorie

De student heeft kennis van alle reflexgebieden van de wondermeridianen,

Praktijk

De student kan de reflexzones van de wondermeridianen op de rug vinden, tasten, interpreteren en behandelen.
De student kan de reflexzones van een cliënt benoemen, tasten, interpreteren, analyseren en behandelen.

Kennis van de Diëtetiek

Algemeen leerdoel:

De student is in staat om een gedegen uitleg te geven over voeding. Aan de hand van de geleerde techniek van tasten en het testen van voedingsproducten kan er een gericht voedingsadvies gegeven worden en is de student in staat om gezonde maaltijden samen te stellen.

Theorie

De student heeft een gedegen kennis van eiwitten, vetten en koolhydraten.
De student kan een individueel dieetadvies samenstellen
De student kan een dieetadvies geven bij een ziektebeeld of een orgaan aandoening.

Praktijk

De student kan de aangeleerde kennis en tasttechniek inzetten om een voedingsadvies op maat te geven.

Stress management

Algemeen leerdoel:

De student kan vanuit het theoretische kader oorzaak en gevolgen van stress benoemen. De student kan vanuit stressklachten een behandeling uitvoeren.

Theorie

De student heeft kennis van de wondermeridianen.
De student kan de kennis van de parasympaticus- en de ortho-sympathicusmeridiaan koppelen aan de praktijk.
Praktijk

De student leert de wondermeridianen te gebruiken voor een diepere ontspanning.

Kennis van de Homeopathie

Algemeen leerdoel:

De student kan verbanden leggen tussen de klassieke homeopathie en de kleurenhomeopathie. De student heeft inzicht in de homeopathie volgens de methode Hahnemann en kan de verschillende niveaus uitleggen. De student kan gebruik maken van en het weten van de werking van de homeopathische middelen op de meridianen en de wondermeridianen.

Theorie

De student leert gebruik te maken van de werking van de homeopathische middelen.
Praktijk

De student kan de klassieke homeopathische middelen of kleuren-middelen uittesten op het lichaam van een medestudent of een patiënt in de praktijk.
De student is in staat de juiste keuze te maken tussen de verschillende niveaus tijdens een behandeling.
Het tasten van correct of incorrect met gebruikmaking van behandelmiddelen en er conclusies aan verbinden.

Kennis van de kleurenleer

Algemeen leerdoel:

De student krijgt vanuit de kleurenleer inzicht in de kleuren en de effecten hiervan op de huid. De student is in staat om uitleg over de kleurenleer te geven. De student weet welke kleur te gebruiken op de reflexzones van hoofd, voeten en rug.

Theorie

De student leert de kleuren van de wondermeridianen en de daarbij verschillende potenties

Praktijk

De student kan de kleuren van de betreffende wondermeridianen inzetten bij een behandeling en weet welke potentie hij kan gebruiken.

Kennis van de Therapeutische vorming en methodisch handelen

Algemeen leerdoel:

De student kan een anamnese afnemen. De student kan door de inzet van gesprekstechnieken een gericht, afgebakend gesprek met de cliënt aangaan. De student is daarbij zelfbewust, integer en neemt zijn eigen houding in acht.
De student kan van de afgenomen anamnese een verslag opstellen.
De therapeut leert een eigen praktijk op te zetten.

Theorie

De student leert een voor zichzelf handzame anamnese op te stellen.
De student verkrijgt inzicht in methodisch werken.
De student leert gesignaleerde problemen te analyseren.
De student leert de afgenomen anamnese en het gedane onderzoek aan elkaar te koppelen.

Praktijk

De student oefent de aangeleerde technieken met een rollenspel en toneelspelers.
Gesignaleerde probleemsituaties worden besproken.
De student geeft een mondelinge terugkoppeling van de behandelde patiënt in de klas met daarbij een gericht en haalbaar behandelplan.
Gesprekken met boekhoudkundige adviseurs

Therapeutische praktijk en behandelingen

Theorie

De student leert het probleem/klacht te analyseren.
De student kan een behandelplan maken.
De student leert hoofddoelen en subdoelen te maken in het behandelplan.
De student kan de kennis van de diverse aangeleerde behandeltechnieken integreren in het behandelplan.
De student leert het klachtgericht plannen van vervolgstappen en het stellen van behandelbare doelen.
De student leert via het methodisch werken een verslaglegging te maken.
Opzetten van een eigen praktijk

De therapeut leert een eigen praktijk op te zetten.
De therapeut leert de boekhoudkundige handelingen.
De therapeut leert alle rechten en plichten van de AVG wet.

Praktijk

De student kan een anamnese afnemen met een client en oefent in de klas.
De student analyseert de klacht en maakt een koppeling naar het meridiaansysteem en de verschillende massage methoden.
De behandelde client wordt besproken in de klas waarbij het opstelde behandelplan wordt besproken.
Behandelverslagen maken van de patiënten die in de praktijk behandeld zijn in de lessen.

Het derde jaar wordt afgesloten met een eindexamen en scriptie

Het derde jaar wordt afgesloten met een eindexamen in de

  • Theorie
  • Praktijk
  • Scriptie